Kleppen

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Stoommachine | Onderdelen | Klepbewegingsmechanisme
Inlaatklep

Elke inlaatklep bestaat uit:

Het bevestigingspunt van de verbindingsstang doorloopt de boog AC (zie inlaatklep). In punt B maakt de nok contact met de rol. Beweegt de verbindingsstang naar rechts dan zal de rol tegen het steile gedeelte van de nok oplopen waardoor de rol en de leibeugel omhoog gaan en de klep opent. Is de nok in punt A aangekomen dan staat de klep vol open en keert de bewegingsrichting van de nok om. De rol loopt nu via het steile gedeelte van de nok omlaag en de klep sluit. In punt B staat de nok op het punt de rol los te laten, de klep is dan juist gesloten. De nok beweegt verder tot het punt C, verandert daar weer van bewegingsrichting en maakt in punt B weer contact met de rol. Gedurende de beweging van B naar C en weer terug naar B heeft de nok geen contact met de rol.

Het sluiten van de klep geschiedt door de cilindrische drukveer. De wrijving van de klepstang moet dus zo klein mogelijk zijn, daar anders het gevaar bestaat dat de klepstang blijft hangen. De klepstang dicht dan ook af zonder pakkingbus. Om toch een goede afdichting te krijgen is de klepstang voorzien van labyrintgroeven en zuiver pas geslepen in de leibus. De labyrintgroeven zijn groot ten opzichte van de ruimte die de klepstang in de leibus heeft. De kleine hoeveelheid stoom die langs de klepstang lekt komt in de betrekkelijk grote labyrintgroef, expandeert daar waardoor de druk daalt. Uit deze labyrintgroef lekt vervolgens een weinig stoom naar de volgende groef, expandeert daar weer met als gevolg dat de druk verder afneemt. Uiteindelijk is de stoom volledig uitgeput en de druk atmosferisch geworden. De leibus wordt van onderen af in de klepstoel gezet zodat de stoomdruk de bus aandrukt. De bus wordt gesmeerd met cilinderolie die in de nabijheid van de inlaatklep in de verse stoom wordt ingespoten.

Klepstoel
Klepstoel


Klepstang

De klepstang is in de leibeugel geschroefd en geborgd met een moer. De lange leibeugel neemt de dwarskrachten op die door de klepbeweging ontstaan. Deze dwarskrachten mogen in geen geval op de klepstang en de leibus komen, anders slijten zij te snel. De leibus dient dus alleen voor het afdichten. Daar de temperatuur niet van invloed is op het afdichten van klep en zitting kunnen zij koud op elkaar ingeschuurd worden.


Veiligheid

De kleppen openen automatisch wanneer de stoomdruk in de cilinder hoger wordt dan de druk in de klepkooi. De inlaatkleppen doen dus tevens dienst als veiligheid wanneer het vacuüm door een of andere oorzaak plotseling afslaat en voorkomen een te hoog oplopen van de druk aan het eind van de compressie.

Hefkracht

De dubbele zittingklep is niet geheel ontlast. De kracht die nodig is om de klep van de zitting te lichten is het verschil van de krachten die in opwaartse en in neerwaartse richting op de klep werken, zie hier voor de gedetailleerde berekening van deze kracht.