Werking van de Regulateur

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Stoommachine | Onderdelen | Regulateur

Tijdens het draaien van de machine werkt op de gewichten de centrifugaalkracht. De centrifugaalkracht C grijpt aan in het zwaartepunt Z van het gewicht en is radiaal gericht. De centrifugaalkracht kan voor elk gewicht berekend worden met de formule:

       πn 
C= m {----}2 OZ
       30

Hierin is m de massa van het gewicht in kg, n het aantal omw/min en OZ de afstand in meters van het hart O van de krukas tot het zwaartepunt Z.

Regulateur dwarsdoorsnede.jpg

Wanneer bij een bepaalde stand van de gewichten het effectief vermogen (asvermogen) van de machine groter is dan het krachtverbruik van de pomp neemt het aantal omwentelingen toe. Er ontstaat een grotere centrifugaalkracht C waardoor de gewichten naar buiten bewegen. De koppelstangbout (5) doorloopt daarbij een gedeelte van de boog CD. De koppelstang (7) neemt de koppelstangbout (6) van het verstelbaar excentriek mee en het verstelbaar excentriek draait linksom. Het middelpunt van het verstelbaar excentriek beweegt daarbij over de verstelweg richting E2. De resulterende excentriciteit en de vulling worden dan kleiner (zie Excentriek). De gewichten bewegen naar buiten tot de vulling een waarde heeft bereikt waarbij het effectief vermogen van de machine gelijk is geworden aan het krachtverbruik van de pomp. Het aantal omwentelingen is dan weer constant en de regulateur heeft een andere evenwichtsstand ingenomen. Als de weerstand in het klepbewegingsmechanisme en de eigen wrijving van de regulateur buiten beschouwing worden gelaten werken er in de evenwichtsstand twee krachten op elk gewicht namelijk, de centrifugaalkracht C en de veerkracht V. In de evenwichtsstand geldt dan de evenwichtsvergelijking:

C x hc = V x hv      [2].

De hefboomsarmen hc en hv zijn de loodrechte afstanden tussen het draaipunt van het gewicht en de werklijn van de centrifugaalkracht C en de veerkracht V. De eigen wrijving van de regulateur bestaat in hoofdzaak uit de wrijving tussen het gewicht en tap 13 en tussen het veeroog en tap 14.

Regulateur langsdoorsnede.jpg

Onderdelenlijst van beide tekeningen

1 Regulateurschijf 2 gewicht 3 Veer*
4 Moer* 5 Koppelstangbout 6 Koppelstangbout
7 Koppelstang* 8 Schuifbus 9 Spie
10 Stootblokje* 11 Stootblokje* 12 Opening in regulateurschijf
13 Tap (draaipunt gewicht) 14 Tap (bevestigingspunt veer) 15 Regulateur-schijfnaaf**
16 Sleuf in regulateurschijf-naaf** 17 Nok op schuifbus** 18 Stelring**
19 Sierkap**

een * positienummer alleen aangegeven in bovenste tekening
twee ** positienummer alleen aangegeven in onderste tekening

Wegvallen van de belasting.

Als de pomp afslaat valt het krachtverbruik van de pomp weg. De gewichten slaan maximaal uit tegen de stootblokjes (figuur pos 11). Het verstelbaar excentriek wordt nu zover teruggedraaid en de vulling zo klein dat de onbelaste machine niet op hol slaat, maar onbelast blijft doordraaien.

Het instellen van het aantal omwentelingen

Het juiste aantal omwentelingen kan worden ingesteld door de veer de juiste voorspanning te geven. Met de moeren (figuur pos 4) kan de veerspanning vergroot of verkleind worden. Door de moeren aan te draaien wordt de veerspanning vergroot en neemt het aantal omwentelingen toe. Door de moeren terug te draaien vindt het omgekeerde plaats. De voorspanning van de veer moet zo ingesteld zijn dat n = 200 omw/min.