Fliervoet: verschil tussen versies

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 1: Regel 1:
=== Louis Fliervoet ===     
=== Louis Fliervoet ===     
Geboren 1889, overleden 1965<br />[[file:familie-Fliervoet.jpg|right|400px]]
[[file:familie-Fliervoet.jpg|right|400px]]
Tijdens de bezoekjes van een aantal oud-medewerkers aan het gemaal (Liewe [[Elzinga]] - overleden in 2009 - [[Piet van Geenen]] en Maurice [[Termont]]) zijn ze ‘uitgehoord’ met als doel iets van hun ervaringen en belevenissen op De Tuut vast te kunnen leggen. In hun verhalen werd de naam Fliervoet veelvuldig genoemd. Hij was de machinist die er tijdens de bouw kwam werken tot aan zijn pensioen in 1954.
Twee belangrijke gebeurtenissen markeerden zijn lange werkzame periode op De Tuut. Ten eerste de overstroming in 1926 en ten tweede de 2de wereldoorlog. Helaas zijn er uit die periodes weinig of geen gegevens meer te vinden. Zelfs niet in de vorm van wachtboeken. Zo hadden we graag willen weten of het gemaal tijdens de overstroming onder water heeft gestaan en hoe alles er tijdens de
oorlog aan toe ging. Wat dat laatste betreft: waren er voldoende kolen om de ketels te kunnen stoken?


Fliervoet was de eerste machinist van de Tuut, van 1917-1954<br />
===Eerste machinist===
Louis Fliervoet was de eerste machinist op Stoomgemaal De Tuut; hij was in dienst van het Waterschap de Gecombineerde Waterlossing der Polderdistricten “Rijk van Nijmegen” en “Maas en Waal” te Druten. De oude benaming voor het gemaal, zoals we die ook tegenkomen in de vergunning voor de stoomketels, was Appelternsche Sluis.
Louis Fliervoet werd geboren in Rosmalen op 26 januari 1889. Zijn vader was machinist bij het Staats Spoor (Louis is dus met ‘stoomverhalen’ opgegroeid) en woonde vanwege zijn werk in diverse plaatsen in Nederland. Louis kwam uit een groot gezin, er waren veertien kinderen. Hij groeide op in Utrecht, Rotterdam en Nijmegen.
In deze laatste stad ging hij naar de ambachtsschool, waar hij leerde smeden en metaal bewerken.
[[File:Gemaal maasbommel.jpg|right|300px|thumb|gemaal Maasbommel]]
===Maasbommels gemaal===
Voordat Louis in 1918 bij Stoomgemaal De Tuut kwam werken (hij was toen ongeveer 29 jaar), was hij als machinist werkzaam op het Maasbommels gemaal.
Dit stoomgemaal was oorspronkelijk gebouwd in 1867 en is omgebouwd in 1911. Er werd daar toen een nieuwe Stork installatie geplaatst met één in plaats van twee ketels, een stoommachine en een centrifugaalpomp. Volgens het gemeentearchief is Louis op 15 maart 1910 ingeschreven in Maasbommel.
Waarschijnlijk is hij dus betrokken geweest bij de ombouw en inbedrijfstelling van dit gemaal voor de dorpspolder Maasbommel.
De stoommachine en de ketel daar waren vrijwel identiek aan de latere installatie op De Tuut. Louis had dus ervaring met dit soort ketels en machines. Naast het Maasbommels gemaal stond de machinistenwoning (uiteraard in die tijd nog zonder stromend water, elektriciteit of gas), want de machinist van het gemaal had een belangrijke taak en was verplicht naast het gemaal te wonen. Zijn werk bestond uit het bedienen en onderhouden van de installatie en zijn salaris in die tijd bedroeg ca. zeshonderd gulden per jaar met vrij wonen, vuur en licht, zoals dat toen genoemd werd.


Hij was eerder machinist op gemaal Maasbommel<br />
===Sollicitatie===
Louis (voluit Lodewijk Marinus Fliervoet) trouwde op 21 oktober 1913 met Nel (Petronella Johanna Schonenberg) uit Maasbommel. Ze kregen drie kinderen.
Hoe de benoeming van Louis als machinist op Stoomgemaal De Tuut precies tot stand is gekomen, blijft onduidelijk. Johan Christiaan Greep, die als machinist op het gemaal in Acquoy werkte, had ook naar deze baan op De Tuut gesolliciteerd. Maar dat ging vlak voor zijn verhuizing niet door omdat Fliervoet toen werd benoemd. Mogelijk is diens ervaring met het in gebruik nemen van een nieuwe installatie doorslaggevend geweest, maar dat is gissen. Johan Christiaan Greep vertrok echter toch uit Acquoy en werd machinist op het Maasbommels gemaal, dat tot 1945 in werking bleef. Daarna verhuisde de familie Greep naar Stoomgemaal De Blauwe Sluis, eveneens in de gemeente Appeltern.
 
Zoals gezegd ging Louis Fliervoet dus als machinist van Stoomgemaal Maasbommel naar het in aanbouw zijnde, veel grotere en iets modernere stoomgemaal De Tuut.
 
===Dagboek van de bouw===
In het dagboek van opzichter G.J. Arntz (zoals gevonden in het archief van Royal Haskoning) dat tijdens de bouw van De Tuut is bijgehouden, werd de naam Louis Fliervoet voor het eerst genoemd op 6 september 1918, toen hij kwam informeren naar zijn toekomstige machinistenwoning. Op 31 oktober 1918 verhuisde hij naar Appeltern. Tijdens de bouw van het stoomgemaal was hij dus al
in beeld. In het dagboek van opzichter Arntz wordt hij dan al diverse keren genoemd, bijv. als hij werkzaamheden verricht aan ijzerwerk van een balkon (het is onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld) bij smid Loeffen in Appeltern.


Woonde in de dienstwoning naast het gemaal




[[Category:Fliervoet]]
[[Category:Fliervoet]]

Versie van 2 jul 2017 12:58

Louis Fliervoet

Familie-Fliervoet.jpg

Tijdens de bezoekjes van een aantal oud-medewerkers aan het gemaal (Liewe Elzinga - overleden in 2009 - Piet van Geenen en Maurice Termont) zijn ze ‘uitgehoord’ met als doel iets van hun ervaringen en belevenissen op De Tuut vast te kunnen leggen. In hun verhalen werd de naam Fliervoet veelvuldig genoemd. Hij was de machinist die er tijdens de bouw kwam werken tot aan zijn pensioen in 1954. Twee belangrijke gebeurtenissen markeerden zijn lange werkzame periode op De Tuut. Ten eerste de overstroming in 1926 en ten tweede de 2de wereldoorlog. Helaas zijn er uit die periodes weinig of geen gegevens meer te vinden. Zelfs niet in de vorm van wachtboeken. Zo hadden we graag willen weten of het gemaal tijdens de overstroming onder water heeft gestaan en hoe alles er tijdens de oorlog aan toe ging. Wat dat laatste betreft: waren er voldoende kolen om de ketels te kunnen stoken?

Eerste machinist

Louis Fliervoet was de eerste machinist op Stoomgemaal De Tuut; hij was in dienst van het Waterschap de Gecombineerde Waterlossing der Polderdistricten “Rijk van Nijmegen” en “Maas en Waal” te Druten. De oude benaming voor het gemaal, zoals we die ook tegenkomen in de vergunning voor de stoomketels, was Appelternsche Sluis. Louis Fliervoet werd geboren in Rosmalen op 26 januari 1889. Zijn vader was machinist bij het Staats Spoor (Louis is dus met ‘stoomverhalen’ opgegroeid) en woonde vanwege zijn werk in diverse plaatsen in Nederland. Louis kwam uit een groot gezin, er waren veertien kinderen. Hij groeide op in Utrecht, Rotterdam en Nijmegen. In deze laatste stad ging hij naar de ambachtsschool, waar hij leerde smeden en metaal bewerken.

gemaal Maasbommel

Maasbommels gemaal

Voordat Louis in 1918 bij Stoomgemaal De Tuut kwam werken (hij was toen ongeveer 29 jaar), was hij als machinist werkzaam op het Maasbommels gemaal. Dit stoomgemaal was oorspronkelijk gebouwd in 1867 en is omgebouwd in 1911. Er werd daar toen een nieuwe Stork installatie geplaatst met één in plaats van twee ketels, een stoommachine en een centrifugaalpomp. Volgens het gemeentearchief is Louis op 15 maart 1910 ingeschreven in Maasbommel. Waarschijnlijk is hij dus betrokken geweest bij de ombouw en inbedrijfstelling van dit gemaal voor de dorpspolder Maasbommel. De stoommachine en de ketel daar waren vrijwel identiek aan de latere installatie op De Tuut. Louis had dus ervaring met dit soort ketels en machines. Naast het Maasbommels gemaal stond de machinistenwoning (uiteraard in die tijd nog zonder stromend water, elektriciteit of gas), want de machinist van het gemaal had een belangrijke taak en was verplicht naast het gemaal te wonen. Zijn werk bestond uit het bedienen en onderhouden van de installatie en zijn salaris in die tijd bedroeg ca. zeshonderd gulden per jaar met vrij wonen, vuur en licht, zoals dat toen genoemd werd.

Sollicitatie

Louis (voluit Lodewijk Marinus Fliervoet) trouwde op 21 oktober 1913 met Nel (Petronella Johanna Schonenberg) uit Maasbommel. Ze kregen drie kinderen. Hoe de benoeming van Louis als machinist op Stoomgemaal De Tuut precies tot stand is gekomen, blijft onduidelijk. Johan Christiaan Greep, die als machinist op het gemaal in Acquoy werkte, had ook naar deze baan op De Tuut gesolliciteerd. Maar dat ging vlak voor zijn verhuizing niet door omdat Fliervoet toen werd benoemd. Mogelijk is diens ervaring met het in gebruik nemen van een nieuwe installatie doorslaggevend geweest, maar dat is gissen. Johan Christiaan Greep vertrok echter toch uit Acquoy en werd machinist op het Maasbommels gemaal, dat tot 1945 in werking bleef. Daarna verhuisde de familie Greep naar Stoomgemaal De Blauwe Sluis, eveneens in de gemeente Appeltern.

Zoals gezegd ging Louis Fliervoet dus als machinist van Stoomgemaal Maasbommel naar het in aanbouw zijnde, veel grotere en iets modernere stoomgemaal De Tuut.

Dagboek van de bouw

In het dagboek van opzichter G.J. Arntz (zoals gevonden in het archief van Royal Haskoning) dat tijdens de bouw van De Tuut is bijgehouden, werd de naam Louis Fliervoet voor het eerst genoemd op 6 september 1918, toen hij kwam informeren naar zijn toekomstige machinistenwoning. Op 31 oktober 1918 verhuisde hij naar Appeltern. Tijdens de bouw van het stoomgemaal was hij dus al in beeld. In het dagboek van opzichter Arntz wordt hij dan al diverse keren genoemd, bijv. als hij werkzaamheden verricht aan ijzerwerk van een balkon (het is onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld) bij smid Loeffen in Appeltern.