Manometer
Manometer
De manometer op de ketel dient voor het meten van de stoomdruk in de ketel. De rode streep op de wijzerplaat geeft de maximale stoomdruk weer die in de ketel mag worden toegelaten en de wijzer wijst de druk aan die in de ketel heerst.
Manometers geven de druk boven de atmosferische druk weer. De druk wordt gemeten in kilogrammen per vierkante centimeter (kg/cm2), tegenwoordig in bar. De meest gebruikelijke constructie is de manometer met buisveer. Deze manometer is voorzien van een cirkelvormige gebogen holle ovale buisveer. Het ene einde van de buisveer is vast verbonden in het aansluitstuk, terwijl het andere einde afgesloten is door middel van het eindstuk. Bij
verhoging van de druk binnen de buisveer zal deze een cirkelvormige doorsnede willen aannemen waarbij deze de neiging heeft zich te strekken. Het gesloten uiteinde maakt hierbij een beweging die nauwkeurig evenredig is met de drukvariatie. Deze beweging wordt met behulp van een trekstang, tandsector en een rondsel op de wijzeras omgezet in een verdraaiing van de wijzer.
De manometer wordt op de stoomruimte van de ketel aangesloten door middel van een waterhoudende bocht. De stoom condenseert in de gebogen buis en het gevormde condensaat beschermt de manometer tegen te hoge temperatuur. De manometerleiding mag slechts handwarm zijn.
Onder de manometer is de manometerkraan gemonteerd. Met een driewegkraan kan de manometer afgesloten worden of kan de manometerleiding doorgeblazen worden. Het merkteken op de kop van de plug geeft de stand van de openingen in de plug aan. De figuren geven de manometerkraan in geopende stand weer en in de stand voor het doorblazen van de manometer- leiding. Om de manometer af te sluiten moet de plug honderdtachtig graden gedraaid worden. De manometerkraan is voorzien van een controleflens van 40 mm middellijn en 5 mm dik. Op deze flens werd bij beproeving van de ketel onder persdruk de controlemanometer van de ambtenaar van de Dienst voor het Stoomwezen d.m.v. een klembeugel bevestigd. Controlemanometers met klembeugel worden niet meer gebruikt. Daarmee is de flens overbodig geworden.
Manometerkraan
Onder de manometer is de manometerkraan gemonteerd. Met deze drieweg- kraan kan de manometer afgesloten en de manometerleiding doorgeblazen worden. Het merkteken op de kop van de plug geeft de stand van de openingen in de plug aan. De tekening geeft de manometerkraan in geopende stand weer en figuur 1-44b in de stand voor het doorblazen van de manometerleiding. Om de manometer af te sluiten moet de plug in figuur 1-44b honderdtachtig graden gedraaid worden. De manometerkraan is voorzien van een controleflens van 40 mm middellijn en 5 mm dik. Op deze flens werd bij de beproeving van de ketel onder persdruk de controlemanometer van de ambtenaar van de Dienst voor het Stoomwezen d.m.v. een klembeugel bevestigd. Controlemanometers met klembeugel worden niet meer gebruikt. Daarmee is de flens overbodig geworden.