Ketelkeuring ingebruikname

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Ketels | Ketelkeuring

Vergunning op grond van de Stoomwet

De eerste akten van vergunning van de stoomketels van het Stoomgemaal De Tuut zijn verleent in 1918 op basis van de Stoomwet van 15 april 1896, gewijzigd bij de Wet van 22 juni 1914 en van het Stoombesluit van 1915. Om een vergunning te krijgen voor het in gebruik nemen van een stoomketel moest de ketel gekeurd en beproefd worden. Deze keuring werd verricht door de Dienst voor het Stoomwezen. De Dienst voor het Stoomwezen was een ambtelijke organisatie die toezicht hield op de uitvoering van de Stoomwet. Op 1 juni 1994 zijn de uitvoerende taken van deze dienst geprivatiseerd. De vergunning werd verleend als uit het gehouden onderzoek en de beproeving was gebleken dat aan de gestelde eisen uit het Stoombesluit en de aanvullende eisen van de Dienst voor het Stoomwezen was voldaan. In de akte van vergunning (bladzijde 24 en 25) staat vermeld:

  • De naam en de woonplaats van de gebruiker.
  • De plaats waar de stoomketel opgesteld staat.
  • De naam van de fabrikant van de stoomketel, de plaats waar diens fabriek gelegen is, het fabrieksnummer en het jaar waarin de ketel gebouwd is.
  • De werkdruk.
  • Het materiaal waarvan de stoomketel gemaakt is.
  • De grootte van het verwarmd oppervlak.
  • Het aantal veiligheidstoestellen, de wijze van belasten van deze toestellen en de middellijn van de klepopening.
  • De wijze waarop de ketel gevoed wordt. Aan de akte van vergunning zijn toegevoegd:
  • Het bewijs van onderzoek en beproeving.
  • Een constructietekening van de stoomketel.
  • Een aantekenblad waarop de keuringsinstelling bij latere keuringen haar bevindingen kan vastleggen.

Alleen de betrokken aangewezen keuringsinstelling is bevoegd aantekeningen te maken op het aantekenblad. Bovenstaande stukken zijn samengevoegd tot een boek, het zogenaamde controleboek.

Na de keuring wordt op de ketel een Stempelplaat aangebracht.