Stempelplaat
Stoomketels met een vergunning op grond van de Stoomwet moeten voorzien zijn van een rechthoekige messing of bronzen stempelplaat met een hoogte van 80 mm en een breedte van 140 mm. De stempelplaat is met vier roodkoperen tapboutjes op het voorfront van de ketel bevestigd. Na de eerste keuring en beproeving is door de ambtenaar van de Dienst voor het Stoomwezen een stempelafdruk geslagen gedeeltelijk in de kop van de tapboutjes en gedeeltelijk in de stempelplaat om te voorkomen dat de plaat verwisseld wordt. Op de stempelplaat staan de volgende gegevens vermeld:
- De naam van de fabrikant van de ketel en de plaats waar diens fabriek gelegen is.
- Het jaar waarin de ketel vervaardigd is.
- De hoogst toegestane werkdruk in kg/cm2.
- Het fabrieksnummer.
Onder de stempelplaat is het registernummer in het voorfront ingeslagen. Het registernummer is het nummer waaronder de ketel geregistreerd staat. Bij correspondentie over de ketel moet dan ook steeds het registernummer vermeld worden. Wanneer er meerdere ketels zijn opgesteld, zoals in het stoomgemaal, moet elke ketel voorzien zijn van een goed zichtbaar volgnummer .