Het verhaal van Termont over de sloop van de schoorsteen

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Verhalen

Als vroeger het stoomgemaal De Tuut in Appeltern op volle toeren draaide kwamen er grote wolken gitzwarte rook uit de schoorsteen. Volgens Piet van Geenen, de laatste stoker, kon je de sliert zelfs tot in Weurt zien hangen. Vergane glorie, want die oude schoorsteen heeft eraan moeten geloven. Op 28 november 1967 schrijft burgemeester Hillenaar van Appeltern een brief aan het polderdistrict van Maas en Waal. Wat moet er met het oude stoomgemaal aan de Tuut gebeuren? De burgemeester vindt dat het gebouw nergens meer geschikt voor is en dat het maar gesloopt moet worden. Het spiksplinternieuwe dieselgemaal Bloemers heeft immers

Reparatie van een schoorsteen

de functie van het oude stoomgemaal overgenomen? Maar het bestuur van het polderdistrict - de dijkstoel - heeft andere plannen en schrijft op 4 december dat De Tuut met de bijbehorende gebouwen intact moeten blijven als opslagplaats voor het polderdistrict. Alleen de schoorsteen en de kolenloods mogen worden gesloopt. Drie jaar later, op 23 november 1970, informeert een Nijmeegse ondernemer of hij de machines en de ketels van het stoomgemaal mag slopen. Hij wil daarvoor graag een offerte doen. Eventueel wil hij de

Opzichter Termont

] schoorsteen huren voor het ter plekke smelten van de metalen. Maar de dijkstoel weet nog niet wat er met het gebouw en de machines moet gebeuren. Dat hangt af van de ruilverkaveling van het Rijk van Nijmegen-Noord. Kortom, het gebouw blijft voorlopig gespaard. Maar de schoorsteen moet er toch aan geloven. De dijkstoel geeft op 28 juni 1971 toestemming om de pijp af te breken. In de loop van 1971 is er contact tussen de Tilburgse aannemer Van Besouw en de heer Maurice Termont van het polderdistrict. Van Besouw legt uit hoe hij het karwei wil aanpakken. De bovenste vijftien meter van de schoorsteen wordt steen voor steen afgebroken. Dan blijft er nog 25 meter over en die wil hij laten vallen met een dosis springstof. Mochten er fruitbomen sneuvelen dan is dat jammer, maar die schade kan niet op de aannemer worden verhaald. Termont is verbaasd. Kan de aannemer dan niet zeggen waar de brokstukken terechtkomen? Niet zo'n gekke vraag, want de fruitbomen stonden bij Termont zelf in de achtertuin. Van Besouw gaat er op dat moment nog van uit dat ook de gebouwen van het stoomgemaal op korte termijn zullen worden gesloopt. Hij wil het puin van de schoorsteen niet afvoeren, omdat

Peilschaal bij Borgharen

het voordeliger is dat tegelijk met het puin van de rest van het stoomgemaal te doen. Maurice Termont was destijds waarnemend hoofd technische dienst van het polderdistrict en heeft het leven bij een stoomgemaal van dichtbij meegemaakt. Van 1955 tot 1975 woonde hij met zijn vrouw en twee kinderen in de dienstwoning aan de Tuut. "In feite was een groot deel van Maas en Waal afhankelijk van mijn vrouw", schertst hij. "Zij hield elke dag keurig de waterstanden bij op de radio. Als de Maas in Borgharen het peil van 41,5 meter dreigde te overschrijden, moest er opdracht gegeven worden om met kolen te gaan sjouwen en het stoomgemaal op te stoken.

Een dag later had het hoge water het lozingspunt bij de nieuwe wetering in Appeltern bereikt. Bij een dieselgemaal druk je op een paar knopjes en het draait. Met stoom moet je minimaal twaalf uur van tevoren beginnen te stoken." Termont weet nog goed hoe de schoorsteen aan zijn eind kwam. "De pijp was niet meer zo best. Hij trok krom en er kwamen zoveel barsten en scheuren in dat we een beetje bang werden. Daarom hebben we er ijzeren banden omheen gedaan om te redden wat er nog te redden viel". Toen het nieuwe dieselgemaal Bloemers de functie van het oude gemaal had overgenomen, kon de schoorsteen worden afgebroken. Termont: "Hij was helemaal op: de pijp had van 1918 tot 1965 extreme hitte en kou doorstaan. De situatie was gewoon te gevaarlijk geworden." Toch heeft de dijkstoel in die tijd nog laten onderzoeken of het mogelijk was om in de Tuut een machine extra te installeren om de capaciteit van het gemaal te vergroten. Maar volgens ingenieursbureau Haskoning was dat geen haalbare zaak en kon er beter een nieuw gemaal worden gebouwd. De vraag was toen: moest het een elektrisch of een dieselgemaal worden? Maar de aanleg van een speciale stroomkabel vanaf Wijchen naar Appeltern bleek te duur, en daarom is Bloemers een dieselgemaal geworden.

Sloop van de schoorsteen

Termont: "Toen die schoorsteen viel was ik er natuurlijk bij. Het was de bedoeling dat hij in mijn tuin terecht zou komen. Ik zei: "Laat hem niet op mijn huis vallen, hè!", waarop aannemer Van Besouw uit Tilburg snoefde: "Geef maar een kratje bier, dan zullen we hem daarop laten vallen." Hij ging nog verder en zei: "Ik zet hier een flesje bier neer en daar valt-ie." Termont vertelt dat zich inmiddels een hoop volk op de weg rond het stoomgemaal had verzameld. Om vier uur zou hij vallen; in zo'n dorp is zoiets gauw bekend. De aannemer wist precies waar hij gaten in de pijp moest slaan. Er kwam helemaal geen dynamiet aan te pas. Door de gaten op de juiste plek groter en groter te maken ging de schoorsteen langzaam overhellen. Het bovenste stuk bleef nog even hangen en toen brak de pijp op driezevende gedeelte. Door berekeningen kun je dat ook nagaan. De schade aan de fruitbomen viel mee. Er rolden nog wel een paar flinke stukken steen de Wetering in." Uiteindelijk zijn de brokstukken via de tuin van machinist Joop Schiebos afgevoerd naar Batenburg. Daar werd het puin gebruikt voor de fundatie van een nieuwe weg, die in het kader van de ruilverkaveling werd aangelegd. Het ging om de oprit van de Maasbandijk naar de Wethouder Bankenstraat. Zo werd die dag in de herfst van 1971 een bijzondere. De oude schoorsteen viel precies op de plek die Van Besouw had aangewezen. En het flesje bier? Dat bleek de dans te zijn ontsprongen en werd ongeschonden tussen het puin weggehaald. Waarna heldere geesten de inhoud gebruikten waarvoor ie bedoeld was.