De restauratie van het machinepark

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Verhalen

Sluiting van het gemaal

In 1965, na bijna 50 jaar trouwe dienst, wordt voor de laat­ste keer het vuur gedoofd in de ketels van stoomgemaal De Tuut in Appeltern. Het werk wordt overgenomen door een voor die tijd ultramodern dieselgemaal, dat op een steen­ worp afstand van De Tuut is gebouwd. Het einde van een tijdperk is aangebroken, het stoomgemaal kan worden ges­ loopt. In 1967 wordt het stoomboek ingeleverd bij het Stoomwezen en daarmee vervalt de vergunning om de ketels te stoken. ­

Gelukkig laat het slopen even op zich wachten, want dat kost geld, maar in 1969 wordt uit veiligheidsoverwegingen toch alvast de schoorsteen neergehaald, die behoorlijk krom was gaan staan.

Begin jaren '80 staat het oude gemaal uit 1918 er nog steeds en wordt het door de pas opgerichte stichting Baet en Borgh in 1983 gekocht om het op te knappen of in elk geval de machines weer te laten draaien. Vol goede moed beginnen de eerste vrijwilligers met de restauratie van het machinepark. Door een reeks tegenvallers - zo waaide het dak van de machinehal er in 1988 af - en de uiterst beperkte financiële middelen duurt het tot 1997 voor er vaart in de restauratie komt. In dat jaar wordt een geheel nieuwe schoorsteen gebouwd, een voorwaarde om ooit nog eens een ketel te kunnen stoken. Wanneer de machinehal en het ketelhuis bouwkundig weer in orde zijn, er een nieuwe schoorsteen staat en er enige financiële ruimte is, kan er tegen het eind van 1997 eindelijk weer aandacht warden besteed aan de restauratie van het machinepark.

Aspecten van de restauratie

Een van de vrijwilligers van het eerste uur die het allemaal heeft meegemaakt is Jaap Garsijn. Hij is degene die het plan heeft opgesteld voor de renovatie van de ketels en machines, en is nu samen met een harde kern van vrijwilligers week in week uit aan het ploeteren. Maar wat betekent dat nu? Waarom niet gewoon de fik in de ketels en draaien maar? Heeft men immers niet in 1965 gewoon de deur dicht gedaan op een moment dat alles nog functioneerde? Zoveel werk kan dat toch niet zijn? Helaas, de praktijk is iets weerbarstiger!
Om te beginnen moet er minstens een ketel weer zover warden opgeknapt dat die door het Stoomwezen wordt goedgekeurd. Zonder die goedkeuring geen stoom en dus geen draaiende machine. Voordat de beslissing om de schoorsteen te herbouwen werd genomen, was er al contact geweest met het Stoomwezen en een visuele inspectie gedaan van de Cornwall-ketel (de kleinste van de drie ketels) om vast te stellen of er na een grondige revisie een gerede kans was dat de 80 jaar oude ketel zou warden goedgekeurd. Dat bleek inderdaad het geval te zijn en dus kon het echte werk beginnen. De ketel moest klaargemaakt warden voor het zogeheten 'afpersen'. Hierbij wordt de ketel helemaal met water gevuld en dan wordt met een handpomp de druk net zo lang verhoogd tot die de maximale werkdruk van 12 atmosfeer ruimschoots heeft over- schreden. Daarbij mogen uiteraard geen breuken of lekkages optreden.
Enkele vrijwilligers, inclusief voorzitter Jan Reijnen, hebben wekenlang als ketelbinkie gefungeerd door alle roest aan de binnenkant van de ketel af te bikken en het inwendige helemaal schoon te maken.

Door corrosie was de afdichting van het mangatdeksel (deksel voor een ovaal gat in de ketel waardoor de ketelbinkies naar binnen kunnen) aangetast, evenals alle flenzen waarop appendages zoals peilglazen en manometers zijn gemonteerd. Tot overmaat van ramp braken vrijwel alle bouten of tapeinden die verwijderd moesten worden af! Inmiddels is de ketel afgeperst en door het Stoomwezen voor die fase goedgekeurd. Na het monteren van alle gerevideerde appendages volgt later dit jaar de laatste keuring. Bij het bestuderen van de stoommachines blijkt dat die weliswaar bijna 50 jaar zonder al te veel problemen dienst hebben gedaan, maar dat de laatste jaren erop gericht waren de eindstreep te halen zonder veel kosten te maken. Daar komt bij dat de machines lang hebben stilgestaan, waar ze veel van te lijden hebben gehad. In de voedingspompen zit nog water van 30 jaar geleden! De corrosie is er dan ook naar.
Van machine #1 is praktisch alles uit elkaar gehaald. Bijna ieder onderdeel moet warden nabewerkt of vervangen, alle pakkingen moeten warden vervangen, de zuigerstang is afgedraaid vanwege corrosie en slijtage en de "Lenz" -afdichtingsringen van de zuigerstang moeten worden vernieuwd. Smeeroliekanalen zitten verstopt met hard geworden olie en zijn alleen met veel moeite schoon te krijgen. De smeeroliepomp was totaal versleten en is inmiddels geheel gerevideerd. De natte-lucht pomp is volledig uit elkaar gehaald, alle kleppen worden vernieuwd, de drijfstang en de lagers zijn weer op maat gemaakt. De voedingswaterpomp was er erg slecht aan toe en bijna alle bewegende delen zijn inmiddels vervangen. Bijna alle stoom- en waterleidingen moeten worden vervangen. Hans Knoop is de pijpenspecialist en heeft het er knap druk mee. De meeste ketelappendages en afsluiters hebben inmiddels ook al een grondige opknapbeurt gehad.

Enkele vrijwilligers zijn weken, zo niet maanden bezig geweest om de resten van afgebroken bouten en tapeinden te verwijderen. Het is zaak dat dit gebeurt zonder dat de schroefdraad van het onderdeel waar de bout of tapeind in heeft gezeten, wordt beschadigd. Christoffel Heikoop, een van de vrijwilligers van de jonge garde ontpopt zich tot een ware specialist.

MATERIALEN UIT HET STOOMTIJDPERK

Zoals gezegd worden er veel onderdelen vervangen en dan blijkt dat dit toch iets ingewikkelder is dan men denkt. De meeste bouten en moeren hebben whitworth-schroef- draad - een type dat na de Tweede Wereldoorlog snel van het toneel is verdwenen - en bouten, tapeinden of moeren met deze schroefdraad zijn nu nauwelijks meer te vinden, vooral niet van de kwaliteit die nodig is. Materialen die in het stoomtijdperk gangbaar waren zijn nu niet meer te krijgen, bijvoorbeeld pakkingen die asbest bevatten. Versleten onderdelen moeten allemaal worden hersteld door metaal op te spuiten en ze opnieuw te bewerken, of door ze gewoon na te maken. Soms zijn de originele tekeningen nog beschikbaar, maar in veel gevallen kan alleen goed vakmanschap de oplossing bieden.

Het mag duidelijk zijn dat er ontzettend veel vakmanschap en mogelijk nog meer geduld en doorzettingsvermogen voor nodig is om ketel, leidingen en machines weer operationeel te maken. Een harde kern vrijwilligers van een man of tien is voortdurend in touw om dit te realiseren. Het begrijpen van hun drijfveren is voorbehouden aan allen die zich kunnen verbazen over de techniek van het begin van deze eeuw.

(Bron:Monumentaal 1999)