Vervoer Stork en Crossley naar de Peerzaal

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Grote motoren | Crossley
De Crossley in zijn tijdelijke opslag

De waterbeheersing in Nederland d.m.v. mechanische bemaling is begonnen met windmolens. Het is echter niet bekend of deze in het Land van Maas en Waal veel zijn gebruikt. Toen het stoomtijdperk begon, kwam bemaling met behulp van stoommachines in zwang. Aan de Maaskant heeft er een behoorlijk aantal gestaan en daarvan is De Tuut als enige overgebleven. Door de ontwikkeling van de dieselmotor en later de elektromotor werd stoomaandrijving voor gemalen minder aantrekkelijk. Omdat het elektriciteitsnet niet overal over voldoende capaciteit beschikte en ook niet altijd even betrouwbaar was, werd de elektromotor niet meteen op grote schaal gebruikt. Daardoor was er voor de dieselmotor een grotere rol weggelegd en ook nu nog wordt hij voor bemaling gebruikt.

Crossley

Doorbraak in de achterwand

Een van de eerste dieselmotoren was de zgn. één-cilinder Crossley. Stichting Baet en Borgh kwam in 1999 in het gelukkige bezit van zo’n motor, toen het gemaal in Polder Achthoven (gemeente Lexmond) destijds werd gesloopt. Deze in 1925 gebouwde Crossley werd wegens plaatsgebrek in een naburige schuur opgeslagen. De motor was in twee delen gedemonteerd: het motorframe en het vliegwiel met krukas. Toen het gemaal Bloemers in 2001 overging op elektrische aandrijving, ‘erfden’ wij de overbodig geworden Kromhout dieselmotor. Deze kreeg een tijdelijk onderkomen in de schuur waar ook de Crossley al enkele jaren stond geparkeerd. En toen kwam vorig jaar het achterste gedeelte van de kolenloods in De Tuut beschikbaar. Dat betekende extra ruimte en die ruimte willen we gaan gebruiken om er twee dieselmotoren in op te stellen. Het is onze bedoeling om deze motoren weer aan de gang te krijgen en ze aan bezoekers te tonen, terwijl ze in werking zijn.

Legerkamp

Als eerste kwam de Crossley in aanmerking en als tweede wilden we de reeds in De Tuut aanwezige Stork Ricardo daar een definitieve plaats geven. De Crossley zou dus naar De Tuut vervoerd moeten worden en omdat de eigenaar de schuur waarin hij stond opgeslagen, graag leeg wilde maken, moesten we ook voor de Kromhout een andere locatie zoeken. Voor deze motor moet nog een definitieve bestemming worden gevonden en als dat niet lukt, dan wordt het sloop. Het zou geen eenvoudige klus zijn om twee zware motoren te vervoeren: de Crossley naar De Tuut en de Kromhout naar een loods in Druten. Ook mocht het geen al te dure aangelegenheid worden, gezien onze beperkte financiële middelen.

Een landmachtoefening bij De Tuut

Via een van onze vrijwilligers kwamen we uiteindelijk terecht bij de Koninklijke Landmacht. En na van diverse instanties toestemming te hebben verkregen, werd door de ‘hogere legerleiding’ besloten om ons te helpen. De opdracht kwam terecht bij een peloton van de logistieke brigade die gelegerd is in Rucphen (Noord-Brabant). De operatie zou in de derde week van november worden uitgevoerd in het kader van een oefening. In de maanden eraan voorafgaand waren er door enkele militairen al verkenningen uitgevoerd om te komen tot een plan van aanpak, het treffen van de noodzakelijke maatregelen en het aanmaken van hulpgereedschappen.

Legerkraan.jpg

Op maandag 17 november was het dan zover. Om ca. 10.00 uur ’s ochtends uur arriveerden de kwartiermakers, die een kampement gingen opzetten op het terrein voor De Tuut. Er werden vier grote tenten en een aggregaat voor de stroomvoorziening geïnstalleerd. Vervolgens kwam na het middaguur de technische ploeg. Deze bracht een rijdende werkplaats met allerlei gereedschappen mee, alsmede een laswagen met bemanning en een zware takelwagen. De totale bezetting bestond toen uit ongeveer 20 militairen. De maaltijden leverden geen problemen op, die zouden dagelijks vanuit de dichtstbijzijnde kazerne (te Volkel) worden aangeleverd.

Crossley gedemonteerd in de kolenloods.jpg

Er was een planning gemaakt om in drie dagen de drie zware objecten (twee delen Crossley en de Kromhout in zijn geheel) te verplaatsen. In de ochtenden zouden de voorbereidingen plaatsvinden. Die bestonden o.a. uit het bevestigen van transportwielen onder de objecten. De middagen waren gereserveerd voor het vervoer. Eerst moesten de motoren in een open vrachtwagen worden getakeld voordat met het werkelijke transport kon worden begonnen. Ook was het nog een hele klus om de onderdelen bij De Tuut achterom langs de kolenloods naar binnen te krijgen. Dankzij een goede voorbereiding is alles volgens plan verlopen. Op donderdag werd om ca. 16.00 uur het grote vliegwiel als laatste op zijn plaats gezet.

Als afsluiting was er in het kampement een barbecue georganiseerd, waarbij ook de Tuuters waren uitgenodigd. Op vrijdagochtend tenslotte werd het kamp opgebroken en keerde men huiswaarts. Voor ons was het verrassend om te zien hoe het er in een modern beroepsleger aan toe gaat. Wij zagen goed opgeleide en gemotiveerde jonge mensen die heel serieus met hun werk bezig zijn en die zorgvuldig met het materieel omgaan. Samengevat: het leger heeft ons geweldig geholpen. Wij kunnen terugkijken op een bijzondere week die wij - met dank aan het leger - in alle opzichten als heel plezierig hebben ervaren.

(Bron: Monumentaal 2009, nummer 1)