Logboek

Uit tutiwiki
Versie door Admintutiwiki (overleg | bijdragen) op 17 okt 2021 om 19:08
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Bedrijfsvoering
Logboek.jpg

Tijdens de werkzame periode van De Tuut werd er een journaal bijgehouden waarin bedrijfstijden, meterstanden, waterstanden enz. werden genoteerd. Het laatste deel over de periode 1959-1967 is gelukkig bewaard gebleven, wat voor ons natuurlijk buitengewoon interessant is.

Zo lezen we dat, als de machines in bedrijf waren, een etmaal werd ingedeeld in zes blokken van 4 uur en elke 4 uur werd opgetekend welke machine er in bedrijf was en welke ketel er werd gebruikt. Ook werden er aantekeningen gemaakt over stoomdruk, stoomtemperatuur, vacuüm, oliedruk, vacuüm bemalingspomp, polder- en rivierpeil aan het begin en eind van het blok en de opvoerhoogte.

Zo kon men aan het eind van het jaar de bedrijfsuren per machine uitrekenen en er werden eveneens notities gemaakt van ‘gewone dingen’ zoals de aanvoer van kolen en storingen. Ook werd genoteerd wanneer de sluis gesloten en geopend werd. Uit dit journaal valt op te maken dat het gemaal vooral in bedrijf was in de periode van half november tot eind april. In de rest van het jaar was het rivierpeil waarschijnlijk laag genoeg om natuurlijk te kunnen lozen.

Polderpeil

Het huidige polderpeil is 5m+ NAP en dit wordt nauwkeurig aangehouden door het gemaal Bloemers, dat geautomatiseerd is en altijd onmiddellijk inzetbaar. Toen De Tuut nog in werking was, was er een veel grotere fluctuatie van het polderpeil. Dat varieerde van 4.60m+ tot 5.70m+ NAP. Het gemaal was natuurlijk nooit onmiddellijk inzetbaar en als er na een korte periode van regenval weer een droge periode werd verwacht, werd het gemaal zelfs niet eens opgestart.

In mei 1960 zijn de drie ketels door een bedrijf uit Tilburg nog elektrisch (waarschijnlijk wordt bedoeld magnetisch) onderzocht op materiaalscheuren. Ook werd toen van Ketel 3 een peilglastoestel vervangen en werd er een nieuw mangatdeksel geïnstalleerd. Voorts wordt melding gemaakt van een defecte hoofdstoomafsluiter, een defecte klepkast en problemen met de kleppen van de voedingspompen. Als vol bedrijf niet echt nodig was, werd er gedraaid met slechts één machine (de 2386) en Ketel 3. Soms echter draaiden ook dezelfde ketel met de beide machines, maar dan wel met een lager toerental.

Het is nu ook duidelijk geworden dat in de laatste jaren voordat De Tuut in 1967 werd gesloten, de kolenloods niet meer in gebruik was, maar dat er regelmatig, soms zelfs dagelijks, een vrachtwagen met 14 ton kolen kwam. Er was dus geen grote kolenvoorraad meer. Volgens het journaal heeft het gemaal op 4 maart 1967 voor het laatst gedraaid. Het is jammer dat alleen dit laatste boek van het journaal bewaard is gebleven, want wat zou het boeiend zijn om ook iets te weten van de beginjaren van De Tuut en van de bedrijfsvoering tijdens de tweede wereldoorlog. Dit neemt echter niet weg dat wij heel gelukkig zijn met de vondst van dit laatste deel van het journaal, waardoor wij ons enigszins een beeld kunnen vormen van hoe het vroeger was.

(Bron: Monumentaal 2009 nummer 1)