Krukstanden

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagine | Stoommachine | Stoomverdeling

Bij een omwenteling van de krukas zijn er acht belangrijke krukstanden, namelijk:

  1. De voorste inlaatklep wordt geopend, de toevoer van verse stoom aan de voorzijde van de cilinder begint.
  2. De voorste inlaatklep wordt gesloten, de toevoer van verse stoom aan de voorzijde van de cilinder eindigt.
  3. De stoomzuiger opent de afvoerpoorten, de afvoer van afgewerkte stoom aan de voorzijde van de cilinder begint.
  4. De stoomzuiger sluit de afvoerpoorten, de afvoer van afgewerkte stoom aan de voorzijde van de cilinder eindigt.
  5. De achterste inlaatklep wordt geopend, de toevoer van verse stoom aan de achterzijde van de cilinder begint.
  6. De achterste inlaatklep wordt gesloten, de toevoer van verse stoom aan de achterzijde van de cilinder eindigt.
  7. De stoomzuiger opent de afvoerpoorten, de afvoer van afgewerkte stoom aan de achterzijde van de cilinder begint.
  8. De stoomzuiger sluit de afvoerpoorten, de afvoer van afgewerkte stoom aan de achterzijde van de cilinder eindigt.

De krukstanden waarbij de stoomtoevoer of stoomafvoer begint of eindigt worden de functies van de stoomverdeling genoemd. Aan dezelfde zijde van de stoomcilinder liggen tussen de opeenvolgende functies de perioden. Voor de stoomverdeling maakt het geen verschil of er stoomschuiven dan wel kleppen toegepast worden. De bedrijfscondities zijn belangrijk, zoals het toepassen van verzadigde of oververhitte stoom en het toerental van de machine. De diagrammen voor de stoomverdeling die bij stoommachines met stoomschuiven gebruikt worden gelden dus ook voor stoommachines met kleppen. De inlaatkleppen worden geopend en gesloten door het klepbewegingsmechanisme. Het klepbewegingsmechanisme moet zo geconstrueerd zijn dat de inlaatkleppen bij de juiste krukstanden openen en sluiten. Omdat de machine een bepaald maximum vermogen moet kunnen leveren wordt bij de stoomverdeling met een verstelbaar excentriek uitgegaan van de grootste toelaat (vulling), terwijl er geen toelaat moet zijn als de eis absolute 0-vulling is. Voor het bepalen van de stoomverdeling is het noodzakelijk de draairichting van de machine te weten. Hiervoor kijken we vanaf de bemalingspomp richting stoommachine. De krukas draait dan linksom.

Schematische voorstelling van de kruk

Krukcirkel.jpg

Tijdens het ronddraaien van de kruk beschrijft het hart van de krukpen een cirkel waarvan het middelpunt ligt in het hart M van de krukas. Deze cirkel heet de krukcirkel. In deze cirkel kunnen we schematisch elke stand van de kruk aangeven. De kruk staat in de tekening verticaal. In de krukcirkel is dit weergegeven door de verticale lijn MK. De kruklengte is de afstand van hart as tot hart krukpen. De kruklengte MK = ½ zuigerslag = ½ x 550 = 275 mm.