In bedrijf nemen van de pomp

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Pompen

Pomp in bedrijf nemen

Er bestaan twee opties voor het in bedrijf nemen,

  • Eerst de machine starten en dan de pomp vacuüm trekken:

De stoommachine stationair laten draaien en met de stoomejecteur de lucht uit de pomp zuigen. Zodra de waaier geheel gevuld is met water zal de pomp gaan werken. Tijdens het vacuüm trekken ontstaat er een moment dat de pomp half vol water zit maar al wel begint te werken. Op dat moment ontstaan er grote trillingen in het systeem.
De machine moet dan vermogen leveren en het aantal omwentelingen van de machine daalt. Het aantal omwentelingen met de hand naar behoefte opvoeren. De stoomejecteur afzetten als er water uit de afvoerleiding komt. De pomp is dan geheel met water gevuld.

  • De andere optie is eerst de pomp vacuüm trekken en geheel vullen, daarna pas de machine starten:

Wordt de pomp eerst vacuüm getrokken en wordt daarna de machine pas gestart dan ontstaan deze trillingen niet.

Pomp uit bedrijf nemen

Uitstroomopening

Het vacuüm in de pomp verbreken door de kraan op het zuigdeksel te openen. Het waterpeil in de pomp daalt nu. Zodra de waaier niet voldoende water meer verplaatst zal het aantal omwentelingen van de stoommachine oplopen tot het maximum van 200 omw/min. Dit maximum zal door de regulateur aangehouden worden, maar bij problemen met de regulateur moet de machine eventueel met de hand teruggeregeld worden tot het gewenste aantal omwentelingen.

Voetklep

Normaliter zijn uitstroomleidingen aan de uitlaatkant voorzien van terugslagkleppen. bij de Tuut is dat echter niet het geval.

Als het vacuüm niet verbroken wordt voor de pomp wordt gestopt dan zal het water door de hevelwerking terugstromen van het hoger gelegen niveau van de Maas naar het lager gelegen niveau van de wetering. Let wel, hierbij ontstaat een zeer gevaarlijke situatie, bij terughevelen kan de machine niet anders gestopt worden dan door het vacuüm in de pomp alsnog te verbreken.

Storingen

  • De pomp levert geen of te weinig water.
    • De pomp is niet geheel gevuld.
    • Het aantal omwentelingen is te laag waardoor de opvoerhoogte van de pomp onvoldoende is.
    • Het kroosrooster is verstopt. Het waterpeil achter het rooster zal dalen, de opvoerhoogte wordt groter waardoor de opbrengst minder wordt.
    • De pomp is aan revisie toe, te veel speling tussen de dichtingsringen.
  • Er komt lucht in de pomp.
    • De zuigleiding en/of de persleiding is lek.
    • De pakkingbus lekt (asdoorvoering).
    • Lekkage aan stoomejecteur, vacuümverbreker, manometer, peilglas, handgat- of mangatdeksels.
    • Persleiding ligt niet geheel onder water, waterniveau te laag.