Historie van de Crossley dieselmotor

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hoofdpagina | Grote motoren | Crossley
Een van de eerste Crossley-motoren

De Crossley-motor is ongeveer 1920 ontworpen door de Crossley-fabrieken in Manchester. De Crossley-fabriek was, zoals vele fabrieken, gestart als gereedschapsmakerij, ze produceerden ploegen en dergelijke. Bij de introductie van de verbrandingsmotor door de heer Otto, 1867, nam Crossley haast direct een licentie. Vanaf dat moment waren ze de tweede fabriek ter wereld die verbrandingsmotoren bouwde. In eerste instantie bouwden ze alleen de Otto-motoren na, maar al snel begonnen ze met eigen ontwikkeling. Ze waren daarin zeer succesvol.

In 1920 kwamen ze met deze dieselmotor, de eerste zelfontstekende, direct ingespoten motor.

Tot dan werden motoren zoals deze uitgerust met gloeibuizen, gloeikoppen en dergelijke om ontbranding te krijgen. Onze motor heeft een dermate hoge compressie dat de brandstof door de hitte van de compressie ontsteekt. Vanwege deze hoge compressie heet een motor zoals deze een Diesel-motor.

Het injecteren van brandstof in de cilinder is lang een probleem geweest. De eerste motoren liepen op stadsgas, dus dat was nog niet zo moeilijk, het gas liep vanzelf de cilinder wel in. Maar toen men over wilde gaan op vloeibare brandstoffen is er veel geëxperimenteerd met de inspuiting. De oliemotoren werden vaak uitgerust met een eigen compressor die een klein beetje brandstof onder hoge druk inblies. Deze compressoren gebruikten gemakkelijk 10 % van het hele motorvermogen. Toen onze motor uitkwam met een echte brandstofpomp was dat dus een enorme verbetering.

De motor zoals wij hebben is tot in de zestiger jaren verkocht, een totaal produktietijd van 40 jaar dus! Het moet dus wel een erg goede machine zijn. Ook in Nederland zijn er nog meerdere werkend, sommige zelfs nog steeds op hun oorspronkelijke plek.

Veel machines en het archief van de Crossley-fabriek worden beheerd door het [Anson museum].