Het dijkmagazijn te Appeltern.

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Inleiding.

Wie een tochtje maakt in het Gelders rivierengebied kan veel sporen zien van de strijd tegen het rivierwater, oude sluizen, wielen vanwege dijkdoorbraken en dijkmagazijnen. Deze smalle hoge gebouwtjes veelal in de een uitstulping van de dijk wekken vragen op. Van wie zijn ze, waar dienden ze voor, waarom staan ze er nog. De vele dijkdoorbraken in het rivierengebied hebben hun sporen achtergelaten in de vorm van wielen, kromme stukken dijk die rond een wiel vanwege dijkdoorbraak zijn aangelegd. De herhaaldelijk uitgevoerde verzwaringen van dijken waarbij delen van dijken en sluizen uit 18de en 19de eeuw aanwezig zijn, met de dijkhuisjes/magazijnen geven de geschiedenis van de waterbeheersing weer. In het land van Maas en Waal, een gebied met een dijkring, van 20.000 ha groot heeft nog 11 van deze dijkhuisjes. Deze gebouwtjes dienden voor de opslag van vele materialen t.b.v. dijkbewaking en de daaruit voortvloeiende calamiteiten bij een hoogwater periode toen transport van grote hoeveelheden materiaal in korte tijd niet mogelijk was.

Ontwikkeling van de dijken in het Land van Maas en Waal.

Het gebied is ingeklemd tussen de rivier Waal (Rijn) en Maas. Het is ingeklemd tussen twee verschillende stroomgebieden van grotere Europese rivieren. Het overtollige water van stroomgebied Rijn uit Zuid Duitsland e.o. en de Maas uit Frankrijk/Belgie werd langs het land van Maas en Waal afgevoerd via het Hollands diep naar de Noordzee. Tussen 1300 en 1350 zijn de huidige dijken ontstaan, de rivierdijken hadden in die periode een hoogte van ongeveer 1,5 tot 2 meter. Na elke hoogwater periode en dijkdoorbraken en toename van bevolking in het gebied werden de dijken verzwaard en verhoogd. Er waren bovenregionale reglementen voor het beheer en onderhoud van deze dijken, er was een tweejaarlijkse schouw. Voor het onderhoud van de dijk was een stelsel van belasting tussen ambt of de hoge heerlijkheden en dijkgeslaagden. De dijkgeslaagden waren de grondeigenaren en pachters die de verplichting hadden een stuk dijk te onderhouden. In de dorpspolders (20 in getal in dit gebied) werd deze regeling nader uitgewerkt waarbij van elke belanghebbende een bijdrage werd verwacht. De verhoging van rivierafvoeren door de vele maatregelen bovenstrooms in Rijn en Maas betekende vele eeuwen van dijkdoorbraken en verzwaring van de rivierdijken. De laatste hoogwater periode uit 1995 bracht weer een z.g. Deltaplan van verzwaring van de vele rivierdijken.

Dijkdoorbraken in de 18e en begin 19e eeuw.

Omdat het riviersysteem niet berekend was op haar taak van waterafvoer door verstedelijking en door de verlanding van de Biesbosch nadat deze is ontstaan in de 15e eeuw is er in deze periode sprake van erg veel dijkdoorbraken. Tussen 1750 en 1820 zijn de rivierdijken in het land van Maas en Waal 25 maal gebroken met als gevolg inundatie van het gehele gebied. Met het gevolg misoogsten en armoede. Ook de zandbanken in de rivieren en ijsgang belemmerden de waterafvoer en waren vaak oorzaak van deze dijkbreuken. Een van de taken van de nieuwe dienst Rijkswaterstaat rond 1810 was de verbetering van de waterafvoer van de rivieren Waal en Maas. Bij herhaalde ophoging van het dijklichaam werd de voet van de dijk te smal met als gevolg kwel en onvoldoende weerstand van het dijklichaam. Bij dreigend gevaar waren tevoren tussen de dorpspolders onderling een aantal afspraken gemaakt waarvoor het z.g. dijkrecht van toepassing was. En er moesten op strategische plaatsen voldoende voorraden noodmaterialen voorhanden zijn. De ingezetenen uit de dorpen verleenden hierbij hand en spandiensten.

De dijkmagazijnen en opslag van noodmateriaal

In de documenten worden in 1603 reeds dijkmagazijnen vermeld aanwezig op de dijken. Van deze gebouwen is niets meer aanwezig. De tientallen dijkdoorbraken einde 18de eeuw gaven aanleiding tot de bouw van vele noodschuren en noodmaterialen. De Dijkstoel vaardigde in 1784 een speciaal reglement op de noodmaterialen uit. De noodmaterialen werden opgeslagen op hooggelegen centrale punten in het gebied. Ze moesten gemakkelijk met paard en wagen, het snelste vervoermiddel, bereikbaar zijn. Per dijkmagazijn was een lijst van materialen dat als minimum aanwezig diende te zijn. De provincie controleerde in 1838 reeds op grond het Polderreglement van de waterschapswet. Er is diverse correspondentie uit die periode tussen waterschap en provincie omtrent de aanwezige voorraad. De voorraden moesten op peil zijn in het dijkmagazijn.

Beschrijving van de gebouwen

Dijkmagazijn Appeltern

Op de lijsten van aanwezige voorraden is sprake van magazijnen en legeringen, zodat is te veronderstellen dat een deel van de huidige dijkmagazijnen voor- lopers hebben gehad. De thans oudste aanwezige gebouwen zijn gebouwd rond 1840. De provincie had in 1838 een nieuwe taak gekregen op waterstaatsgebied ingevolge het nieuwe Polder-reglement. De eerste reeks van deze dijkhuisjes zijn van kort na 1840 Deze reeks is gebouwd van een zelfde omvang en architectuur. Naarmate ze ouder zijn, zijn ze meer versierd met nissen en gevarieerd metselwerk. De later gebouwde exemplaren na 1890 zijn massiever en saaier en eenvoudiger van bouwkunst. Het gebouw bestaat uit een op rechthoekige grondslag opgetrokken bakstenen gebouw met verdieping onder een met pannen gedekt zadeldak. In de beide kopse gevels laaddeuren op begane grond en verdieping, omlijst met gepleisterde platstukken en lijstwerk met halfrond bovenlicht in de topgevels. Zijgevels met verdiepte velden, waarin ventilatiespleten met hardsteen omlijsting. Hardstenen dorpels en waterlijsten op verdiepingshoogte. De latere serie aanwezig in Appeltern en Maasbommel, Nederasselt en Oude Schans Niftrik zijn eenvoudiger van architectuur, er zijn enkel verdiepte velden in de gevels. De serie van rond 1900 aanwezig in Ewijk, Beuningen, Weurt bestaat enkel uit heel sobere bakstenen gebouwen met deuren en ventilatieluiken in de in de kop en zijgevels. De dijkhuizen zijn allen voorzien van zadeldaken en gedekt met dakpannen. De omvang van deze gebouwen is nagenoeg gelijk, ze zijn allen gelegen op de kruin van de dijk waarbij een uitstulping in het dijklichaam is gemaakt voor de bouw van deze gebouwtjes. Ze tellen allen één verdieping van binnen toegankelijk met een trap. De balklagen zijn vrij zwaar uitgevoerd vanwege de opslag van het materiaal op de eerste verdieping van deze gebouwen. De omvang, vorm en indeling van deze dijkhuizen is ongeveer gelijk.

Functie van deze gebouwen na 1970.

Het Waterschap Rivierenland te Tiel is in de meeste gevallen eigenaar van deze gebouwen. Ze zijn na 1960 nauwelijks meer gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn gebouwd. De ontwikkeling van transportmogelijkheden met vrachtwagens, de gebruikte materialen bij noodsituaties ontwikkelt zich met moderne materialen. De fusie van vele kleine waterschappen in dit gebied tot grotere bestuurlijke eenheden met daarbij behorende werven en magazijnen voor opslag maakte deze oude dijkmagazijnen overbodig. Vele tientallen jaren was er nog een onduidelijke opslag van diverse materialen ten behoeve van waterbeheersing in het algemeen. Ze zijn gelegen op of in het dijklichaam, en aangezien onderdelen van een dijklichaam niet aan particu-lieren kan worden vervreemd vanwege het algemeen belang voor het beheer en onderhoud van een dijklichaam zijn ze door het waterschap verpacht aan diverse partijen. De meeste van deze gebouwen zijn geplaatst op een monumentenlijst in de periode van 1980 tot 1995. De plaatsing op deze monumentenlijst betekende ook het behoud van deze gebouwen bij de laatst uitgevoerde dijkverzwaring in de periode 1980 tot 1997. Er werd bij de uitvoering van de dijkverzwaring rekening gehouden met de aanwezigheid van deze gebouwtjes. In de meeste gevallen zijn er erg goede oplossingen bedahct en uitgevoerd ten behoeve van het behoud van deze monumentjes. Het waterschap verdiend een pluim dat men deze gebouwtjes heeft weten te behouden. In de meeste gevallen zijn deze gebouwen verhuurd aan historische, culturele en educatieve instellingen voor een symbolisch bedrag.

Toekomst van deze gebouwen.

Het Waterschap Rivierenland is in de afgelopen decennia een goede huisbaas gebleken voor deze gebouwen die eigenlijk geen functie meer bezitten in het kader van veiligheid van waterkering. We mogen hopen dat dit zo zal blijven. Enkele historische verenigingen gebruiken deze als depot magazijn voor hun collectie. Enkele gebouwen zijn in gebruik bij verenigingen in het kader van natuureducatie etc. Ze zijn in gebruik als galerie bij een lokale schildersvereniging. In de rivieruiterwaarden van Maas en Waal zijn vele natuurontwikkelingsprojecten in planning en straks in uitvoering, ook mede door de plannen van ruimte voor de rivier etc. Een aantal van deze gebouwen gelegen nabij grote in de uiterwaard gelegen natuurontwikkelingsprojecten zouden de functie van voorlichting en educatie kunnen vervullen. De depotfunctie voor historische verenigingen is een optie voor enkelen van deze gebouwen Het dijkmagazijn bij Appeltern is in bruikleen aan de Monumentenstichting Baet en Borgh uitgeleend, deze verzorgt ook het dagelijks onderhoud. Een openbare functie als voorlichtingsgelegenheid geeft aan deze gebouwen een meerwaarde, de bezoekers krijgt hierbij de gelegenheid om deze duistere onduidelijke gebouwen ook van binnen te zien. We mogen hopen dat het Waterschap zoals in de afgelopen decennia is gebleken als eigenaar het onder- houd van deze gebouwen blijft verzorgen.

Enkele dijkmagazijnen in Maas en Waal.