Druksmering

Uit tutiwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Oliepompje.jpg

Het drijfstang-krukmechanisme wordt onder druk gesmeerd door een tandwielpompje, dat met een ketting en kettingwiel vanaf de krukas wordt aangedreven. De pomp zuigt de smeerolie uit de oliebak en perst die door de kap van de beide hoofdlagers rond de ashalzen. De oliebak is een verdiept gedeelte in het frame onder de kruk. Vanaf het linker hoofdlager is een kanaal geboord door de ashals, de krukwang en de krukpen. De olie stroomt door deze kanalen naar het krukpenlager en daarna door een koperen leiding, die met beugels aan de drijfstang bevestigd is, naar het kruishoofdpenlager. Vervolgens lekt de olie uit het kruishoofdpenlager op de onderste leibaan. De olie die van de verschillende delen afdruipt verzamelt zich in de oliebak. Zo loopt de olie uit het rechter hoofdlager direct terug in de oliebak. De oliebak kan afgetapt worden met de aftapkraan in het putje dat zich in de vloer aan de voorzijde van de machine (krukzijde) bevindt. Ook water dat zich in de oliebak verzamelt kan met deze kraan afgetapt worden. Voor de aanzuigleiding van de oliepomp is een grof filter geplaatst om eventueel vuil tegen te houden. Het filter bevindt zich onderin de oliebak. In de persleiding van de oliepomp is een overstortventiel geplaatst waarmee de oliedruk geregeld kan worden. De oliedruk is afhankelijk van de temperatuur van de olie en moet in bedrijf ongeveer 1,5 kg/cm2 zijn. In bedrijf is het ventiel geopend en zal een gedeelte van de olie terugvloeien in de oliebak. Door de stelbout op het ventiel in te draaien wordt de veer in het huis gespannen waardoor het ventiel minder open gaat. Er zal minder olie terugvloeien in de oliebak en de oliedruk stijgt. Uitdraaien van de stelbout verlaagt de veerspanning, het ventiel gaat verder open en er vloeit meer olie naar de oliebak waardoor de druk zal dalen. Het overstortventiel is geplaatst in het frame ter hoogte van de oliepomp.

Kruk.jpg