De Cornwall-ketel
De ketel bestaat uit:
- Cilindrische romp.
- Voor- en achterfront.
- Vuurgang.
- Stoomdom.
Cilindrische romp
De cilindrische romp (figuur 1-02) is opgebouwd uit twee ringen. De plaateinden van elke ring liggen over elkaar en zijn stoomdicht aan elkaar geklonken. Deze verbinding, die in lengterichting van de ketel ligt, wordt de langsnaad van de ketel genoemd. Beide ringen zijn over een klein gedeelte in elkaar ge- schoven en aan elkaar geklonken.
Omdat deze klinkverbinding in dwarsrichting van de ketel ligt, wordt deze dwarsnaad of ook wel rond- gaande naad genoemd. Klinkverbindingen waarbij de plaateinden over elkaar liggen, elkaar overlappen, worden lapnaden genoemd. De gedeelten die over elkaar liggen heten lappen.
De langsnaden van beide ringen verspringen ten opzichte van elkaar. Het in elkaars verlengde plaatsen van de langsnaden heeft tot gevolg dat op de plaats waar de langsnaden en de rondgaande naad tezamen komen te veel plaatdelen over elkaar komen te liggen. Het wordt dan onmogelijk op die plaats nog een stoomdichte verbinding te maken.
De langsnaden bevinden zich in de stoomruimte van de ketel. De naden kunnen op deze plaats goed geïnspecteerd worden. Ook worden ze niet aangetast door chemica- liën, die eventueel in het ketelwater zijn opgelost om de waterkwaliteit te verbeteren. Chemicaliën worden aan het ketelwater toegevoegd om ketelsteenvorming in de ketel tegen te gaan.
Voorfront en achterfront
Het voorfront en het achterfront (figuur 1-03) zijn voorzien van een flens aan de omtrek. Met deze flens is het front aan de romp geklonken. De gebolde vorm maakt de fronten sterker, waardoor ze beter bestand zijn tegen de kracht die de stoom erop uitoefent.