Binnenvoedingpijp
Het voedingwater komt in de ketel via de binnenvoedingpijp. Deze pijp bevindt zich onder de waterspiegel, loopt evenwijdig aan de vuurgang en steekt over een lengte van circa 1 meter in de ketel. In de binnenvoedingpijp wordt het voedingwater verwarmd voordat het zich mengt met het ketelwater.
Wordt het voedingwater zonder binnenpijp in de ketel geperst, dan zal dit koude water zakken omdat het zwaarder is dan het in de ketel aanwezige warme water. Het gevolg is dat de ketelwand aan de onderzijde plaatselijk afkoelt en krimpt, waardoor een sterke belasting op de klinkverbindingen kan ontstaan en deze kunnen gaan lekken. Bovendien zal op de plaats waar het voedingwater de ketel binnenkomt en zich mengt met het warme ketelwater een intering van het ketelmateriaal plaatsvinden.
Om afkoeling te voorkomen is het belangrijk vers voedingwater heel geleidelijk in te pompen. Beter gedurende de gehele dag een weinig dan af en toe heel veel.