Beschrijving van de pomp: verschil tussen versies
Regel 17: | Regel 17: | ||
===Opvoerhoogte=== | ===Opvoerhoogte=== | ||
De opvoerhoogte H is de hoogte waarop het water gebracht moet worden. Dit is het gemeten hoogteverschil tussen het niveau van de wetering en de rivier de Maas. | De opvoerhoogte H is de hoogte waarop het water gebracht moet worden. Dit is het gemeten hoogteverschil tussen het niveau van de wetering en de rivier de Maas. | ||
Versie van 21 jul 2017 10:30
Algemeen
De bemalingspomp is een lagedruk centrifugaalpomp met tweezijdige instroming, een horizontale as met dubbele waaier en leischoepen aan de perszijde. Centrifugaalpompen met een dubbele waaier en tweezijdige instroming worden gebruikt voor het verplaatsen van grote hoeveelheden water. De pomp staat boven de waterspiegel en is niet zelfaanzuigend, d.w.z. als de pomp gevuld is met lucht kan de waaier geen water aanzuigen. Om te kunnen werken moet de pomp gevuld zijn met water. Het vullen gebeurt met behulp van de stoomejecteur (2) die bovenop de pomp geplaatst is. De stoomejecteur zuigt de lucht uit de pomp, waardoor in de pomp een onderdruk ontstaat en water uit de wetering en de rivier de Maas door de atmosferische druk in de pomp gedrukt wordt. Het peilglas (13) geeft de waterstand in de pomp weer. Controle op deze waterstand is nodig omdat door luchtlekkage het waterpeil zover kan zak- ken dat de pomp afslaat en de stoommachine overtoeren gaat.
1 Slakkenhuis | 2 Stoomejecteur | 3 Mangatdeksel | 4 Mangatdeksel | 5 Waaier |
6 Leischoep | 7 Loopschoep | 8 Tong | 9 Handgatdeksel | 10 Dichtingsring |
11 Zuigdeksel | 12 Handgatdeksel | 13 Peilglasaansluiting | 14 Plugkraan | 15 Dichtingsring |
Werking
Het water in de waaier is, door de snelheid waarmee deze draait, onderhevig aan de centrifugaalkracht. Hierdoor wordt het water uit de waaier geslingerd waarna het via de leischoepen, het pomphuis en de persleiding de rivier de Maas instroomt. Door de snelheid waarmee het water de waaier verlaat ontstaat aan de intreezijde een drukverlaging en wordt het water uit de wetering door de atmosferische druk naar de waaier gedrukt. Daarbij moet de atmosferische druk de weerstand in de zuigleiding overwinnen en zorgen dat het water met enige snelheid de waaier binnenstroomt.
Opvoerhoogte
De opvoerhoogte H is de hoogte waarop het water gebracht moet worden. Dit is het gemeten hoogteverschil tussen het niveau van de wetering en de rivier de Maas.