Draaidag, voorbereiden machines
Algemeen
Bij aankomst in het gemaal moeten de machinisten een aantal handelingen doen voordat de machines gestart kunnen worden. Deze handelingen hebben betrekking op het in de juiste stand zetten van de betrokken afsluiters, het voorverwarmen van de leidingen en het voorverwarmen van de machines.
Leidingen
- De afsluiters in de stoomleidingen van de ketels naar de machines moeten op de dobbelsteen goed gezet worden
- De afsluiters rondom de hoofdstoomafsluiter moeten goed gezet worden (V13 dicht, V14 open, V17 dicht)
Als de stoomdruk in de ketel boven de 5 kg/cm2 is gestegen kunnen de stokers de hoofdstoomafsluiter op de ketel openen, de oververhitter ontwateren en dan kan het voorverwarmen van de leiding starten.
Machine
- de voorverwarmafsluiters in het leidingnetwerk (V15 dicht, V16 open) moet goed gezet worden
- De afsluitertjes op de condensor moeten goed gezet worden
- De afsluiters voor het voedingswater moeten goed gezet worden
- De oliepomp moet doorgepompt worden
- Het vliegwiel moet op stand gezet worden (Tornen)
- De kranen en afsluiters in de kop moeten goed gezet worden
Als de stoomtemperatuur in de dobbelsteen gelijk is geworden aan de temperatuur van de oververhitter, dan kan met het voorverwarmen van de machine begonnen worden. Nadat de eerste kant 30 minuten is voorverwarmd en nadat de thermometer in de kop van de machine boven de 1000 is gestegen kan de machine drukloos gemaakt worden en kan het vliegwiel omgetornd worden. Nadat de tweede kant 30 minuten is voorverwarmd en nadat de thermometer in de kop van de machine boven de 1000 is gestegen moet de machine opnieuw drukloos gemaakt worden. Het vliegwiel moet nog een keer omgetornd en de machine moet nog 10 minuten voorverwarmd. Daarna kan de machine starten.
Op het bordes kan het afblazen van de leidingen en de machines gevolgd worden.